U kunt uw haag op twee manieren snoeien: als een vrije haag of als vormhaag.
Een vrije haag
Heeft u een flinke tuin, dan kunt u de haagplanten volledig uit laten groeien. Toch moeten de struiken jaarlijks wel enigszins gesnoeid worden. Alle te ver uitstekende takken knipt u af, evenals alle dode en zieke takken. Op den duur wordt de vrije haag erg breed. Daarom is deze vorm alleen aan te raden als u een echt grote tuin heeft.
De vormhaag
Om een haag smal en in de goede vorm te houden, moet u regelmatig snoeien. Laat u dit achterwege, dan wordt de haag niet alleen erg breed maar van binnen ook kaal. Na een jaar of 10 is de mooie haag dan verwaarloosd en verouderd. Voorkom dit door ieder groeiseizoen een aantal keren te snoeien met de (elektrische) heggenschaar. Een haag die goed in vorm is gesnoeid, is van boven altijd smaller dan van onderen. Op deze wijze kan er voldoende licht doordringen tot de onderste takken en blijven die ook mooi groen. Eventueel mag de onderkant net zo breed zijn als de bovenkant. Maar als de bovenkant van de haag bréder is dan de onderkant, dan wordt hij binnen enkele jaren kaal door gebrek aan licht. Bij het snoeien werkt u van onderen naar boven; eerst de zijkanten dan de bovenkant. Span een touwtje om de juiste hoogte aan te geven.
Snoeien in het eerste groeiseizoen
Meteen na het planten snoeit u een loofbladhaag zeker tot de helft van de hoogte terug. Daardoor ontstaan onderaan de planten zijtakken en wordt de haag mooi vol. Ook in de breedte scheert u er topjes af, wat de vorming van zijscheuten bevordert. Al in het eerste groeiseizoen bereiken de struiken weer de oude hoogte. In augustus knipt u de zijkanten voor de tweede maal. Daarna hoeft u het eerste seizoen niet meer te snoeien.
Coniferen worden na het planten niet getopt: u laat de bomen gewoon groeien, tot ze na een aantal jaren de gewenste hoogte hebben bereikt. De zijkanten van een coniferenhaag snoeit u wel regelmatig om hem mooi dicht te krijgen. Tussen mei en augustus van het eerste groeiseizoen, knipt u de haag minimaal twee keer: naarmate u de zijkanten vaker scheert wordt de haag voller.
Uiteraard speelt hier de soort een belangrijke rol. De sterk groeiende Leylandii kunt u wel drie tot vier keer scheren. Snoei een coniferenhaag nooit later dan augustus, want dat gaat ten koste van de winterhardheid.
Snoei in het tweede groeiseizoen
De takken van de loofbladhaag worden opnieuw getopt en ook de zijtakken worden een stukje ingekort. Daarbij brengt u langzaamaan vorm in de haag. Als vuistregel kunt u aanhouden dat een goed gesnoeide haag aan de top 10-20 cm smaller is dan aan de basis. Een haag die op een hoogte van 1,5 m een breedte heeft van 50 cm, is aan de basis ongeveer 70 cm breed. Als de coniferenhaag ook in het tweede seizoen nog niet de juiste hoogte heeft bereikt, worden de planten niet getopt. Scheer wel de zijkanten minimaal twee keer tussen mei en augustus.
Snoeien in de volgende jaren
Zolang de gewenste hoogte bij een loofbladhaag nog niet is bereikt, snoeit u de omhoog groeiende takken ieder jaar een flink stuk terug. De zijtakken snoeit u weinig als u een brede haag wilt hebben en u maakt ze kort voor een smalle haag. In de eerste jaren brengt u de piramidale vorm aan. De lengtegroei is dan gering.
Pas na het derde tot vierde jaar gaat u de haag stapsgewijs op de gewenste hoogte brengen. Als de haag de gewenste hoogte en vorm heeft, blijft het belangrijk om dit zo te houden. De haag moet minstens twee keer per seizoen worden geknipt: in juni en augustus. Als de coniferenhaag de juiste hoogte heeft bereikt, worden de bomen getopt. Vanaf dat moment scheert u de bovenkant twee keer per groeiseizoen, net als de zijkanten.
Opknappen van een oude haag
Heeft u een verouderde, uitgegroeide, verwaarloosde en open haag? Dan is reparatie geboden en heel eenvoudig; maar het vraagt wel wat durf en snoeiwerk. Bij een verwaarloosde loofbladhaag knipt u alle takken tot ongeveer 25 cm boven de grond af. Een drastische maar noodzakelijke ingreep. Dan verwijdert u de zieke en zwakke struiken en vervangt deze door nieuwe. De komende twee jaar houdt u de haag goed in toom door zeer regelmatig te snoeien. De beste tijd om dit te doen is de late herfst of het vroege voorjaar. De oorspronkelijke hoogte is weer bereikt na 4 tot 5 jaar.
Bij een verwaarloosde coniferenhaag snoeit u alle zijtakken terug tot bijna op de stam. Na de ingreep staat er dus een rij vrijwel kale boomstammen. Met een beetje geluk worden er volop nieuwe scheuten gevormd, die u door regelmatig snoeien in de goede vorm brengt. Na drie jaar is de haag weer mooi vol en verjongd.
De verzorging van uw haag
Breng in het voorjaar een laag compost (al dan niet voorzien van koemest of kunstmest) tussen de heesters aan. Vooral heesters die dicht bij elkaar staan, hebben wel wat extra voedsel nodig!
In het najaar kan ook verteerde stalmest worden gestrooid, die in het voorjaar luchtig wordt ondergewerkt.
Het nadeel van een 'levende afscheiding' is dat deze voedsel en vocht onttrekt aan de grond. Als er een bloemenborder of gazon op aansluit, is dat te merken aan de planten! Het is verstandig om de wortels van een haag (vooral van liguster) af te steken: daardoor groeit de haag minder snel. Op 30 à 40 cm vanaf de haag worden de wortels zo'n 1,5 spade diep afgestoken door een greppel te graven. Om blijvend van het 'concurrentieprobleem' af te zijn, kan asfaltpapier of een rubberfolie strip worden ingegraven. Wordt de groei van de wortels op die manier belemmerd, dan is het wel noodzakelijk om minstens éénmaal per groeiseizoen te mesten, bijvoorbeeld in maart. Eventueel herhalen in mei of juni. |